CF-1
AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR VLOEREN
Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluiden voor zwevende dekvloeren. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een soepel STOP-FLOOR FLEX-membraan of uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die op de betonplaat of op de druklaag worden aangebracht voordat een vochtige of droge zwevende dekvloer wordt gemaakt en de bekleding wordt geplaatst.
L’nT,w 51 (dB)
De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, elastische en soepel membraan
dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit
een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
| 1. | Bekleding | |
| 2. | Vochtige of droge dekvloer | |
| 3. | STOP-FLOOR FLEX of PLANE | |
| 4. | Druklaag | |
| 5. | Welfsels |
POSE DE STOP-FLOOR
| 1. | Puinresten en grote oneffenheden verwijderen om te voorkomen dat er zich luchtbellen vormen tussen de onderlaag en de ondergrond. | |
| 2. | Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen die even hoog is als heel de afgewerkte bekleding. Een afdichtingsstrook aanbrengen op alle plaatsen waar de dekvloer contactgeluiden kan overdragen aan de structuur van het gebouw of aan de leidingen. De STOP-FLOOR FLEX-banen uitrollen op de ondergrond en de afgedunde randen over elkaar leggen opdat het visco-elastische materiaal van de ene baan in aanraking zou komen met dat van de aangrenzende baan. |
|
| 3. | Wanneer er STOP-FLOOR PLANE-panelen worden gebruikt, moeten die met de randen tegen elkaar worden gelegd. | |
| 4. | De onderlagen aan elkaar bevestigen met STOP-TAPE-kleefband. | |
| 5. | Een vochtige of een droge dekvloer plaatsen | |
| 6. | De afwerkingsbekleding aanbrengen. | |
| 7. | De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding. | |
| 8. | De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg. |
COURBE DE PERFORMANCES ACOUSTIQUES
| Freq.(Hz) | 125 | 250 | 500 | 1000 | 2000 | 4000 |
| L’nT(dB) | 62,2 | 53,5 | 49,2 | 36,9 | 26,5 | 20,6 |
.
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de
normen EN ISO 717-1 en 2.