CF-4
AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR BETONVLOEREN EN AKOESTISCHE PLAFONDS
Krachtige akoestisch isolerende onderlaag tegen contact en luchtgeluid voor betonvloeren. Het akoestische ISOLATIE, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestisch isolerende onderlaag die wordt aangebracht tussen de vloerplaat of de welfsels en de zwevende dekvloer, in combinatie met een akoestisch plafond dat op een zelfdragend geraamte is gemonteerd.
L’nT,w 35 (dB)
De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, veerkrachtig en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veermassa”- effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert. Het in het akoestische plafond geïntegreerde STOP-WALL-membraan vergroot het “massaveer- massa”-effect, waardoor er uitzonderlijke prestaties worden bereikt.
1. | Afwerkingsbekleding | |
2. | Dekvloer | |
3. | STOP-FLOOR PLANE | |
4. | Druklaag | |
5. | Welfsels | |
6. | Bepleistering | |
7. | Spouw (luchtlaag) | |
8. | Absorberend wol (20 kg/m3) | |
9. | Gipsplaat van 12,5 mm | |
10. | Zelfdragend geraamte | |
11. | STOP-WALL | |
12. | Gipsplaat van 12,5 mm |
POSE DE STOP-FLOOR
1. | Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding. | |
2. | De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen. | |
3. | De dekvloer storten. | |
4. | De afwerkingsbekleding aanbrengen. | |
5. | Een elastische strook plaatsen op de randprofielen van het zelfdragend geraamte, die in aanraking komen met de muren rondom. | |
6. | De randprofielen op 10 cm van het plafond bevestigen. | |
7. | De profielen van het geraamte plaatsen. | |
8. | De panelen van minerale wol aanbrengen tussen de profielen. | |
9. | Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven. | |
10. | De STOP-WALL op de gipsplaat nieten. | |
11. | Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven. | |
12. | De aansluitingen met afgedunde randen bepleisteren. |
COURBE DE PERFORMANCES ACOUSTIQUES
Freq.(Hz) | 125 | 250 | 500 | 1000 | 2000 | 4000 |
L’nT(dB) | 47,2 | 36,1 | 29,4 | 26,3 | 20,4 | 12,5 |
.
Prestaties vastgesteld op basis van echte omstandigheden metingen volgens
de normen EN ISO 717-1 en 2.